Boeren verdreven en landbouwgrond in beslag genomen met intensivering van religieuze vervolging van de bahá’ís door de Iraanse regering

Klik hier voor de Perzische vertaling

DEN HAAG, 5 januari 2024 – Landbouwgrond, rijstvelden en walnotenboomgaarden van bahá’í-families in het dorp Ahmadabad, een weelderige en vruchtbare landbouwgemeenschap in de provincie Mazandaran, zijn deze week met geweld in beslag genomen door Iraanse functionarissen die het land namens de Iraanse regering opeisten.


Landbouwgrond van bahá’í-families in het dorp Ahmadabad, een weelderige en vruchtbare landbouwgemeenschap in de provincie Mazandaran, is deze week met geweld in beslag genomen door Iraanse functionarissen.

 

 

 

De agenten die de inbeslagname uitvoerden, verstrekten geen compensatie of officiële documenten die de inbeslagname rechtvaardigden.

De inval is het laatste incident in een toenemend patroon van vervolging van bahá’ís in heel Iran – en het derde recente voorbeeld van religieus gemotiveerde inbeslagnames van eigendommen van bahá’í-boeren in de provincie Mazandaran.

Bahá’ís zijn de grootste niet-islamitische religieuze minderheid in Iran en worden onder de Islamitische Republiek systematisch vervolgd, onder andere door middel van economische apartheid. Deze inbeslagnames van land zijn bedoeld om de bahá’í-eigenaren met geweld te verdrijven en vormen een voorbeeld van religieuze zuivering door de Iraanse regering. Deze acties zijn in strijd met het verbod op discriminatie in alle internationale juridische instrumenten, inclusief die tegen boeren die een cruciale rol spelen in de voedselzekerheid van een land.

De agenten arriveerden met industriële apparatuur en begonnen bijna 100 hectare land, dat eigendom was van de bahá’í-families en door hen bewerkt werd, te omheinen. Meer dan 80 bahá’í-families bezitten boerderijen in Ahmadabad – de helft is inwonend, de andere helft woont in de buurt – en bahá’í-families wonen al generaties lang in Ahmadabad en bewerken dit land.

Plaatselijke bewoners meldden dat ongeveer 200 Iraanse regeringstroepen, agenten van de veiligheidsdienst, boswachters, speciale eenheden en politieagenten, vergezeld door mensen van de nationale televisie en radio, probeerden de wegen naar het dorp af te sluiten en te voorkomen dat mensen het dorp in en uit konden. De autoriteiten namen vervolgens de meeste mobiele telefoons van de lokale bevolking af om te voorkomen dat ze hun acties zouden opnemen en documenteren en gingen vervolgens het land op en begonnen de landbouwgronden en rijstvelden af te schermen van de bahá’ís.

Agenten namen ook foto’s van de identiteitskaarten van bahá’ís die protesteerden tegen de inbeslagnames.

De inval is de derde keer in de afgelopen jaren dat de Iraanse autoriteiten in Mazandaran beslag hebben gelegd op eigendommen van bahá’í-boeren, na het uitlekken in 2021 van vertrouwelijke provinciale documenten die getuigen van het voornemen van de Iraanse regering om hun onderdrukking van de bahá’ís aanzienlijk op te voeren. In 2022 werden huizen verwoest en land in beslag genomen in het dorp Roshankouh; in 2021 maakte een Iraanse rechtbank de eigendomsbewijzen ongeldig van 27 bahá’ís in het dorp Ivel. En in 2022 werden in de provincie Semnan zes eigendommen van bahá’ís in beslag genomen door een organisatie die gecontroleerd wordt door opperste leider Ayatollah Ali Khamenei.

Veel van de 200 agenten die betrokken waren bij de inval in Ahmadabad deze week waren ook betrokken bij  de uitvoering van de landinname en sloop van huizen in Roshankouh in 2022.

“Opnieuw toont de Iraanse regering haar ware gedaante door onschuldige boeren aan te vallen die al generaties lang hun boerderijen onderhouden en van wie velen nooit hun geboortestreek hebben verlaten,” zegt Simin Fahandej, BIC-vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in Genève. “Deze gewone Iraanse burgers produceren niet alleen voedsel en gewassen voor zichzelf, maar ook voor hun gemeenschap en de regio. Net als andere Iraanse burgers proberen ze gewoon te overleven in deze moeilijke economische omstandigheden. De discriminerende acties van de Iraanse regering tegenover de bahá’ís beroven niet alleen deze bahá’í-families van hun middelen van bestaan, maar ook vele anderen die afhankelijk zijn van hun landbouwproductie en die zelf te maken hebben met zware economische en sociale omstandigheden als gevolg van de recente reeks crises in Iran.”

De bahá’ís in Ahmadabad geloven dat dit een eerste stap is, een opmaat naar de sloop van hun huizen en toekomstige ontheemding.

Verklaringen van de getroffenen uit de gemeenschap geven aan dat de agenten die naar het dorp kwamen niet reageerden toen de bahá’ís vroegen om documenten die hen toestemming gaven om deze landbouwgrond in beslag te nemen. De autoriteiten kondigden hun actie ook niet van tevoren aan: ze arriveerden gewoon in het dorp en bouwden de hekken. Het gebruik van geweld suggereert dat de actie werd ondernomen omdat de lokale bevolking bahá’ís zijn.

“Wanneer komt er een einde aan de haat en het extremisme van de Iraanse regering?” zegt mevrouw Fahandej. “Veel regio’s in Iran hebben jarenlang geleden onder droogte en de crisis rond de kosten van levensonderhoud heeft basisvoedsel buiten het bereik van veel gewone gezinnen gebracht: toch hebben de autoriteiten productieve boerderijen omheind en boeren van hun land verdreven, slechts vanwege hun geloof.”

“De Iraanse regering moet deze hekken verwijderen,” voegt mevrouw Fahandej eraan toe, “en de toegang van de bahá’ís tot hun boerderijen herstellen. Alles minder dan dat maakt hun beweringen dat bahá’ís in Iran volledige burgerrechten genieten tot een aanfluiting. Dit is niet alleen het beste voor de bahá’ís, maar voor iedereen in de regio in deze toch al moeilijke tijden.”

Bron: https://www.bic.org/news/farmers-displaced-and-farmlands-seized-irans-government-intensifies-bahai-religious-persecution