Iraanse autoriteiten arresteren 90-jarige bahá’í en richten zich op 180 anderen in niet aflatende spiraal van vervolging

Klik hier voor de Farsi-vertaling 

DEN HAAG, 17 augustus 2023 – Jamaloddin Khanjani, een 90-jarige bahá’í die in slechte gezondheid verkeert en eerder al tien jaar in de gevangenis heeft gezeten vanwege het feit dat hij bahá’í is, werd op 13 augustus in Iran gearresteerd, in een nieuwe golf van repressie tegen de bahá’ís in het land waar de afgelopen weken meer dan 180 incidenten van vervolging tegen de gemeenschap hebben plaatsgevonden.

Jamaloddin Khanjani, een 90-jarige bahá’í met een zwakke gezondheid die al tien jaar in de gevangenis heeft vanwege zijn bahá’í-geloof, werd op 13 augustus samen met zijn dochter Maria gearresteerd in Iran

 

Bahá’ís zijn de grootste niet-islamitische religieuze minderheid in Iran en worden sinds de Islamitische Revolutie van 1979 systematisch vervolgd.

De heer Khanjani is nu samen met zijn dochter Maria Khanjani opgesloten. Hij had eerder al tien jaar in de gevangenis doorgebracht – tussen 2008 en 2018 – vanwege zijn lidmaatschap van een informele leiderschapsgroep voor de bahá’ís in Iran, bekend als de “Yaran”. Deze groep werd opgericht met medeweten van de regering als gevolg van het verbod van de regering op formele bahá’í-instellingen in Iran. De groep voorzag in de pastorale behoeften van de Iraanse Bahá’í-gemeenschap. De Yaran werd in 2008 ontbonden en alle zeven leden werden in hechtenis genomen en aanvankelijk tot 20, en later tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Allen hebben hun straffen van tien jaar uitgezeten en werden in 2018 vrijgelaten.

De arrestatie van de heer Khanjani komt dagen nadat twee andere bahá’í-vrouwen en voormalige Yaran-leden, Mahvash Sabet en Fariba Kamalabadi, die op 31 juli 2022 werden gearresteerd, bevestiging kregen van hun gevangenisstraffen van tien jaar, welke gevangenisstraffen in hoger beroep werden bevestigd. Mevrouw Sabet is 70 jaar oud en lijdt aan serieuze gezondheidsproblemen en is het afgelopen jaar vanuit de gevangenis meerdere keren overgebracht naar het ziekenhuis. Een vierde lid van de Yaran, de heer Afif Naimi, die ook gezondheidsproblemen heeft en een jaar geleden werd gearresteerd, heeft onlangs een gevangenisstraf van zeven jaar opgelegd gekregen.

“De wreedheid jegens de bahá’ís in Iran kent geen grenzen. De arrestatie van een 90-jarige en anderen met gezondheidsproblemen die al tien jaar in de gevangenis hebben doorgebracht voor hun geloof, toont de wanhopige houding van de regering om haar vruchteloze pogingen om de bahá’í-gemeenschap in Iran te vernietigen voort te zetten,” zegt Simin Fahandej, de vertegenwoordiger van de Bahá’í International Community (BIC) bij de Verenigde Naties in Genève. “Geen enkel mens, die ook maar gebonden is aan de minste principes van eerlijkheid, zou het als iets anders beschouwen dan een grove en schandalige gerechtelijke dwaling om, zonder een greintje bewijs, bewijs of aanklacht, een 90-jarige man op te sluiten die al diep heeft geleden onder vervolging voor zijn geloof.”

Op 13 augustus werden ook negen andere bahá’ís gearresteerd. Zij zijn de eigenaars en werknemers van een aantal apotheken die verzegeld en gesloten werden door de autoriteiten, die hen ervan beschuldigden dat ze de bevoorrading met farmaceutische producten verstoorden. Tegenover de groeiende solidariteit tussen de bahá’ís en de bevolking in het algemeen probeert de regering een wig te drijven door deze legitieme bahá’í-handelszaken “hamsteraars” te noemen.

Deze nieuwe arrestaties brengen het aantal bahá’ís dat de afgelopen weken is gearresteerd of gevangengezet op bijna 60 incidenten. In dezelfde periode zijn meer dan 26 bahá’ís veroordeeld tot gevangenisstraffen die elk moment kunnen aanvangen. Voorts werden achttien bahá’ís ondervraagd. Naar verluidt zijn negenenvijftig bahá’í-bedrijven door de autoriteiten verzegeld en zijn de huizen van negen anderen binnengevallen en doorzocht.

Bovendien wordt het bahá’ís in Teheran nog steeds onmogelijk gemaakt om hun dierbaren te begraven op de bahá’í-begraafplaats bij Khavaran. Ze worden nu onder dwang begraven door agenten van de inlichtingendienst op de plaats van het massagraf van Khavaran, de begraafplaats waar honderden politieke gevangenen begraven liggen die in de jaren tachtig van de vorige eeuw geëxecuteerd werden. Eén persoon, een moeder van een vijfjarige, die bij de autoriteiten haar bezorgdheid uitte over het feit dat haar grootmoeder op de begraafplaats van Khavaran begraven zou worden, werd gearresteerd en veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.

Het brute optreden doet denken aan augustus vorig jaar, toen er alleen al in één maand meer dan 300 gevallen van vervolging van bahá’ís plaatsvonden.

“De Iraanse regering heeft de ongekende wereldwijde steun voor de bahá’í-gemeenschap gezien na de Our Story Is One-campagne en de inspanningen van de bahá’í-gemeenschap om op te roepen tot eenheid onder alle bevolkingsgroepen, en nu laat de regering haar wanhoop zien om de gemeenschap uit te roeien door zich te richten op ouderen en zieken en de vervolging van hen op te voeren”. Mevrouw Fahandej vervolgt: “Als Iran één ding kan leren van zijn wreedheid in het verleden gedurende meer dan 40 jaar, dan is het dat zijn voortdurende vervolging van de bahá’ís contraproductief is gebleken, door het bewustzijn van de situatie van de bahá’ís wereldwijd te vergroten, door een sterkere solidariteit tussen de bahá’í-gemeenschap en de bredere bevolking in Iran te creëren en door de internationale gemeenschap te bewijzen dat de bahá’ís onschuldig zijn tegenover een meedogenloze onderdrukking.”

Golf na golf van vervolging

De vervolging van bahá’ís in de afgelopen weken was verspreid over heel Iran, in de steden Teheran, Isfahan, Shiraz, Karaj, Kerman, Qaemshahr, Rasht en andere plaatsen. Alle bahá’ís die de afgelopen weken zijn gearresteerd, veroordeeld, gevangengezet of anderszins vervolgd, zijn het doelwit geworden om onschuldige redenen, zoals het leiden van muziekscholen of andere culturele of educatieve activiteiten, het helpen van de bahá’í-gemeenschap met hun pastorale behoeften, of hun mogelijkheden om in hun levensonderhoud te voorzien zijn verstoord.

Drie bahá’ís zijn gevangengezet omdat ze de gemeenschap in Teheran hadden geholpen bij de begrafenis van dierbaren op een begraafplaats in die stad. De BIC heeft eerder gemeld dat bahá’ís in Teheran hun eigen begraafplaats niet konden gebruiken nadat een agent van het Ministerie van Inlichtingen deze in beslag had genomen en het gebruik ervan had geblokkeerd.

Verschillende bahá’ís in de provincie Gilan werden veroordeeld tot gevangenisstraffen en de huizen van anderen werden binnengevallen door veiligheidsagenten en hun mobiele telefoons en computers werden in beslag genomen op valse beschuldigingen van het verspreiden van “propaganda tegen het regime” via sociale media. Eén jongeman, die vanuit de gevangenis een verklaring uitgaf over fysieke en mentale mishandeling in de gevangenis en het ontnemen van wettelijke rechten, kreeg een gevangenisstraf van zes jaar opgelegd.

Veel van de gearresteerden hebben lange tijd vastgezeten in faciliteiten van de veiligheidsdienst, vaak in eenzame opsluiting, zonder eerlijk proces. Een jonge moeder heeft zes maanden achter de tralies doorgebracht zonder in staat van beschuldiging te zijn gesteld en mocht niet zelf een advocaat kiezen.

Een aantal bahá’ís heeft tijdens hun detentie ook buitensporige borgtochttermijnen opgelegd gekregen of zware boetes, reisverboden en interne verbanningen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met

  • Bani Dugal, hoofdvertegenwoordiger, New York, bdugal@bic.org, +19143293020 (Engels)
  • Simin Fahandej, vertegenwoordiger, Genève, sfahandej@bic.org, +41788800759 (Engels & Perzisch)
  • Karlijn van der Voort, Nederlandse Bahá’í-gemeenschap, karlijn.vandervoort@mail.bahai.nl, 06-410 44 872 (Nederlands)

Bron: https://www.bic.org/news/iranian-authorities-arrest-90-year-old-bahai-and-target-180-more-relentless-spiral-persecution