Actieve bijdrage bahá’í-gemeenschap Canada aan debat verzoening inheemse en niet-inheemse bevolking

DEN HAAG, 9 april 2018 (BWNS) – Prof. Jeremy Webber, decaan Rechtenfaculteit van de Universiteit van Victoria (Canada), keek uit op een volgepakte ruimte. Overheidsfunctionarissen, inheemse en religieuze leiders, studenten en academici en vertegenwoordigers van de samenleving hadden zich verzameld voor een symposium met als thema de verzoening tussen de inheemse en niet-inheemse bevolking van het land.


Een deelnemer uit het publiek richt zich tot de sprekers tijdens de paneldiscussie.

Het evenement was bedoeld om meer begrip te kweken voor een fundamentele kwestie met betrekking tot verzoening, die Jeremy Webber in zijn inleiding aan de orde stelde: ‘Hoe moeten we de verbinding met religie en spiritualiteit in het proces van verzoening benaderen?’

Voor de bahá’í-gemeenschap in Canada is deze vraag van fundamenteel belang in het proces van bevordering van gerechtigheid en wederopbouw van vertrouwensrelaties, vriendschap en samenwerking tussen de inheemse en niet-inheemse bevolking van Canada.

Een dynamisch, decennialang publiek gesprek over de relatie tussen inheemse en niet-inheemse volkeren werd gestimuleerd door een rapport dat in 2015 werd uitgegeven door de Waarheids- en Verzoeningscommissie over kostscholen van indianen (TRC), waarin de gevolgen werden onderzocht voor inheemse kinderen, gezinnen en gemeenschappen van het kostschool-systeem van Canada in de afgelopen decennia. Dit systeem van onderwijs was bedoeld om inheemse kinderen te assimileren in de Canadese samenleving door ze weg te halen van hun familie, culturen, talen en spirituele tradities. Het effect ervan werd door de TRC beschreven als ‘culturele genocide’.


Het publiek op dag 2 van het symposium, waar zo’n 120 mensen bijeenkwamen voor een reeks van paneldiscussies over het verleden, heden en de toekomst van verzoening tussen de inheemse en niet-inheemse volkeren in Canada.

De bahá’í-gemeenschap in Canada was een actieve deelnemer in het werk van de TRC. Er zijn bahá’ís onder de overlevenden van de kostscholen en sommigen hebben voor de Commissie getuigd. Op de nationale bijeenkomsten van de TRC, die in het hele land werden gehouden, boden tientallen bahá’ís aan om de deelnemers van dienst te zijn.

De Nationale Geestelijke Raad van de bahá’ís van Canada overhandigde in 2015 zijn bijdrage met een geschenk aan de TRC. Het werd vergezeld door een openbare presentatie van Deloria Bighorn, voorzitter van de Nationale Geestelijke Raad van de bahá’ís van Canada. De bahá’í-gemeenschap maakte ook een korte film, The Path Home, die in Ottawa werd vertoond tijdens de laatste nationale bijeenkomst.

Het is binnen deze bredere context dat de bahá’í-gemeenschap van Canada samenwerkte met de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Victoria, het Centrum voor Studies in Religie en Samenleving en de Pierre Elliott Trudeau Foundation om het recente symposium in maart te kunnen organiseren onder de titel: ‘Heroverweging van de relatie tussen spiritualiteit en verzoening.’

“We are here to create a world in which the suffering of people is diminished and the nobility of people is enhanced. Our work is to re-create society with principles of justice and oneness.”

— Deloria Bighorn

Het evenement bracht een aantal prominente denkers bij elkaar, onder wie veel van Canada’s meest vooraanstaande geleerden inzake inheemse wetgeving. Het werd gehouden in het First Peoples House aan de Universiteit van Victoria en viel samen met de lancering van ’s werelds eerste inheemse wetsprogramma, een gelegenheid om te onderzoeken hoe spiritualiteit als concept wordt ontwikkeld en toegepast binnen een evoluerend rechtsgebied en welke implicaties dit zou kunnen hebben om breder te denken over sociale verandering.

Mevrouw Bighorn, die op het symposium namens de bahá’í-gemeenschap het woord voerde, sprak haar hoop uit: ‘We zijn hier om een ​​wereld te bouwen waarin het lijden van mensen wordt verminderd en het nobel zijn van de mensheid wordt verbeterd. Ons werk is het herscheppen van de maatschappij met principes van rechtvaardigheid en eenheid.’

Het symposium werd op 8 maart geopend met een openbare lezing in het centrum van Victoria, die samenviel met een jaarlijks festival van onderzoek, kunst en innovatie dat een week duurde. Naast de 750 aanwezigen hebben 5.000 mensen de opening online bekeken. Prof. John Borrows en prof. Val Napoleon spraken over de rol van het heilige in de inheemse wet. Borrows en Napoleon leiden een nieuw initiatief aan de Rechtenfaculteit van de Universiteit van Victoria om een gecombineerd diploma voor de studie inheemse rechten en rechten aan te bieden.

Op 9 maart kwamen 140 mensen bijeen voor een reeks paneldiscussies over het verleden, het heden en de toekomst van verzoening. Die discussies werden ingekaderd door een conceptnota die was opgesteld voor het symposium. Deelnemers bespraken de verschillende manieren waarop kolonisatie in Canada de verbinding tussen inheemse volkeren en hun spirituele en culturele erfgoed had verstoord.

De presentaties behandelden de tragische effecten van kolonisatie, maar ook momenten van hoop en interculturele interactie werden benadrukt. Eén zo’n moment was toen Dr. Chelsea Horton de inspanningen van inheemse en niet-inheemse bahá’ís in Canada in de jaren zestig beschreef om een ​​openbaar gesprek over ‘het recht op een identiteit’ te stimuleren door de inheemse culturen te respecteren en te koesteren.


Prof. John Borrows, die de Canadese leerstoel voor Inheems Recht bekleedt aan de Rechtenfaculteit van de Universiteit van Victoria.

Het thema van sociale verandering werd uitgebreid behandeld door Dr. Roshan Danesh, een advocaat en bahá’í. Hij zei: ‘Er is een nieuwe dynamiek en een kans, maar ook spanning, als we leren praten en nadenken over verzoening’. Hij daagde de deelnemers aan het symposium uit om ‘de architectuur van onze samenleving ter discussie te stellen … terwijl we worstelen met de transformerende acties die nodig zijn’.

Douglas White, directeur van het Centrum voor Pre-Confederatie Verdragen en Verzoening aan de universiteit van Vancouver Island, wees op het soort transformatie dat nodig is in de Canadese samenleving. Hij merkte op dat, ondanks het belang van juridische processen, ze ‘op zichzelf onvoldoende zijn vanwege hun hyper-vijandige aard’.

‘Hoe inspireren we Canadezen om iets anders te zijn?’ White – die lid is van de Snuneymuxw First Nation en een bahá’í – vervolgde en vroeg of aspiraties louter co-existentie en tolerantie kunnen overstijgen. ‘Ik wil niet dat mijn kinderen worden getolereerd. Ik wil dat mijn kinderen door jou geliefd worden, zodat hun welzijn een zorg zal zijn voor alle Canadezen.’

Prof. Borrows sloot de dag af met een oproep aan de deelnemers tot een ​​actief reflectieproces over de gebeurtenissen van de symposiumdag, zodat ze diepgaander begrepen konden worden. Hij zei dat dit inhoudt dat we ‘een groter mysterie aangaan in onze relaties met elkaar.’

Het symposium was het nieuwste in een reeks doorlopende bijdragen die de bahá’í-gemeenschap heeft geleverd aan een nationaal openbaar discours over verzoening tussen inheemse en niet-inheemse volkeren in Canada.

Bron: http://news.bahai.org/story/1248/