Schijnprocessen brengen bahá’ís in Jemen in gevaar

DEN HAAG, 1 oktober 2018, (BIC) – Het schijnproces tegen meer dan twintig bahá’ís in Jemen, die valselijk worden beschuldigd van spionage en afvalligheid, kreeg een vervolg op 29 september jl.


Hamed bin Haydara, een lid van de Jemenitische bahá’í-gemeenschap, vastgehouden sinds 2013, werd eerder dit jaar veroordeeld tot openbare executie vanwege zijn geloof.

De tweede rechtszitting in het door Houthi gecontroleerde Sanaa werd voorgezeten door rechter Abdu Ismail Hassan Rajeh, die in Jemen eerder dit jaar een bahá’í tot openbare executie veroordeelde. Naar verluidt sprak de rechter doodvonnissen uit tegen drie andere personen voorafgaand aan de rechtszitting van de bahá’ís. Vijf van de aangeklaagde bahá’ís waren aanwezig bij de rechtbank, waar de rechter de openbaar aanklager verzocht om de namen van 19 andere aangeklaagden in een krant te publiceren, waarmee hij de levens van de Jemenitische bahá’í-gemeenschap verder in gevaar brengt. De rechter beval ook dat alle eigendommen van de bahá’ís die zijn aangeklaagd, worden bevroren totdat het vonnis wordt uitgesproken. Hij protesteerde bovendien tegen een verzoek van de advocaat om de vijf op borgtocht vrij te laten en schortte dit besluit op naar de volgende zitting die over één maand en tien dagen plaatsvindt.

‘We hebben alle reden om bezorgd te zijn voor de veiligheid van degenen die beschuldigd worden op valse en kwaadwillige gronden onder absurde voorwendsels‘, zegt Diane Alai, vertegenwoordiger van Bahá’í International Community bij de Verenigde Naties. ‘De aanklachten tegen deze onschuldige mannen en vrouwen vanwege het louter uitoefenen van hun geloof brengen hun leven en het leven van de gemeenschap in gevaar’. ‘We dringen er nogmaals bij de internationale gemeenschap op aan om deze ongegronde acties in de sterkst mogelijke bewoordingen te veroordelen en op te roepen tot onmiddellijke vrijlating van alle gevangengenomen bahá’ís in Jemen’.

De religieus gemotiveerde aanklachten hebben geleid tot internationale veroordeling door regeringen en internationale mensenrechtenorganisaties en er is uitgebreid door de media over bericht. De door de Houthi’s ondernomen acties werden veroordeeld in twee recente VN-resoluties. In één ervan werd opgeroepen tot de onmiddellijke vrijlating van alle bahá’ís die in Jemen gevangen zijn gezet vanwege hun religieuze overtuigingen en te stoppen met welke vorm van vervolging ook waaraan zij zijn onderworpen. De commissaris voor mensenrechtenbeleid en humanitaire hulp van de federale regering van Duitsland, dr. Bärbel Kofler, sprak diepe bezorgdheid uit over de vervolging en recente processen tegen de bahá’ís en riep, in opdracht van de Duitse regering, op tot vrijlating van degenen die worden vastgehouden. De Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Enzo Milanesi uitte ‘ernstige bezorgdheid’ over de beschuldigingen, terwijl Amnesty International sprak van ‘verzonnen beschuldigingen en flagrant oneerlijke procedures’. Een open brief in Canada van 22 prominente advocaten riep op tot vrijlating van de gevangen bahá’ís in Jemen en het laten vallen van verzonnen beschuldigingen tegen anderen die recent zijn aangeklaagd.

In 2016 werden meer dan 60 vrouwen, mannen en kinderen gearresteerd die deelnamen aan een educatieve bijeenkomst georganiseerd door bahá’ís, als onderdeel van een massaal optreden tegen deze religieuze gemeenschap.

Hamed bin Haydara, een lid van de Jemenitische bahá’í-gemeenschap, vastgehouden sinds 2013, werd eerder dit jaar veroordeeld tot openbare executie vanwege zijn geloof. De heer Haydara behoort tot de zes bahá’ís die in het land zijn opgesloten vanwege het uitoefenen van hun geloof. Na een langdurige rechtszaak en een wrede gevangenisstraf van vier jaar, volgde een definitieve gerechtelijke hoorzitting die de verdachte niet bij mocht wonen, waarna hem zijn doodsvonnis werd overhandigd.

In een op de televisie uitgezonden toespraak in maart van dit jaar, voor een breed publiek binnen en buiten Jemen, belasterde en hekelde de leider van de Houthi’s, Abdel Malik al-Houthi, het Bahá’í-geloof op felle toon en wakkerde daarmee de voortdurende vervolging van de bahá’ís in dat land verder aan.

Voor meer informatie over de vervolgingen van de bahá’ís in Jemen, klik hier

Bron: https://www.bic.org/news/sham-court-proceedings-endanger-bahais-yemen