Europese parlementsleden roepen op tot vrijlating van Iraanse bahá’í-gevangenen

Brussel, 20 mei 2015, (BWNS) — Vijf leden van het Europees Parlement doen een oproep tot onmiddellijke vrijlating van de opgesloten zeven voormalige Iraanse bahá’í-leiders en zeggen onder meer dat dergelijke religieuze vervolging “onrechtvaardig” en “onaanvaardbaar” is. Dergelijke stemmen zijn niet alleen te horen buiten maar ook binnen Iran, van o.a. de prominente mensenrechtenadvocate Nasrin Sotoudeh.

gomez
Ana Gomes

De vijf Europese Parlementsleden — Cornelia Ernst van Duitsland, Ana Gomes van Portugal, Tunne Kelam van Estland, en Andrew Lewer en Julie Ward van het Verenigd Koninkrijk — hebben elk verklaringen op video afgelegd als onderdeel van een wereldwijde campagne die bedoeld is om deze maand aandacht te vragen voor de zevende jaarlijkse gedenkdag van de arrestatie en gevangenneming van de zeven bahá’ís, gezamenlijk bekend als de Yaran — de vrienden.

“Wij sluiten ons bij deze oproep aan voor hun onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating,” zei de heer Kelam, “omdat geen enkel land kan beweren dat het normale omstandigheden voor haar burgers heeft als een deel van haar burgers — een minderheid — systematisch en zo wreed wordt vervolgd.”

Mevrouw Gomes zei: “Het is echt onaanvaardbaar dat deze Iraanse burgers, die werkelijk niets anders willen dan hun land en zijn mensen dienen volgens de zeer vredelievende leringen van het Bahá’í-geloof, gevangen zitten en worden belast met beschuldigingen die volkomen ongefundeerd zijn.”

Mevrouw Ward zei dat het “zeer moeilijk te begrijpen is waarom het Iraanse regime zo agressief en zo wreed wil zijn” ten opzichte van haar bahá’í-burgers, die een geloof van “vrede, medemenselijkheid, gelijkwaardigheid voor man en vrouw en eerlijkheid” vertegenwoordigen.

De heer Lewer zei dat Iran aansprakelijk moet worden gesteld voor de schendingen van mensenrechten in het algemeen, en in het bijzonder voor de vervolging van de bahá’ís. “Met zoveel aandacht op dit moment voor Iran vanwege de nucleaire gesprekken,” zei hij, “denk ik dat het belangrijk is dat deze kwesties niet over het hoofd worden gezien”.

“Mensenrechten en religieuze vrijheid zijn zaken waar we ons zorgen om moeten blijven maken, zelfs als we mogelijk vooruitgang boeken met Iran op andere gebieden,” aldus de heer Lewer.

Mevrouw Ernst zei: “Wij zijn volstrekt tegen het feit dat mensen zoals de bahá’ís gevangen worden gehouden omdat zij zich uitspreken voor het recht op onderwijs of omdat zij het recht om hun godsdienst uit te oefenen verdedigen. “Dit is iets dat absoluut onaanvaardbaar is,” zei ze.

Rachel Bayani, vertegenwoordiger van het regiokantoor van Bahá’í International Community bij de Europese Unie, zei dat de video’s de oprechte zorgen van het Europees Parlement weerspiegelen over Irans behandeling van bahá’ís.

“Deze verklaringen zijn een krachtige uitdrukking van solidariteit van de vertegenwoordigers van de volkeren van Europa jegens het volk van Iran,” zei mevrouw Bayani.

De videoverklaringen, die ook op een campagnepagina op Facebook geplaatst zijn, kunnen hier bekeken worden.

Er is ook een verklaring van Nasrin Sotoudeh beschikbaar waarin zij de zevende jaarlijkse gedenkdag van de onrechtmatige gevangenhouding van de voormalige leden van de Yaran aan de orde stelt. Mevrouw Sotoudeh was zelf in Iran opgesloten met de bahá’í-vrouwen die tot de zeven behoren die nu gevangen zitten. Haar verklaring van video is hier beschikbaar.

In 2010 werden de zeven, Fariba Kamalabadi, Jamaloddin Khanjani, Afif Naeimi, Saeid Rezaie, Mahvash Sabet, Behrouz Tavakkoli en Vahid Tizfahm, berecht en ten onrechte veroordeeld op beschuldiging van “spionage” en “het verspreiden van propaganda tegen het regime,” naast andere valse beschuldigingen. Zij werden veroordeeld tot 20 jaar gevangenschap, de langste termijn van alle huidige gewetensgevangenen in Iran.
Bron: https://news.bahai.org/story/1054

SPECIAL REPORTS: The Baha’is in Iran
Denial of education | The 7 Baha’i leaders | Baha’is of Semnan