Religieuze leiders en Wereldbank committeren zich aan beëindiging van extreme armoede

Den Haag, 10 april 2015 – Een groep religieuze leiders van verschillende richtingen heeft een verklaring uitgegeven, waarin sterke steun en ‘morele consensus’ wordt uitgesproken voor het initiatief van de Wereldbank om binnen vijftien jaar een eind te maken aan extreme armoede in de wereld.

10 APRIL 2015
Religieuze leiders en ambtenaren van de Wereldbank bijeen in februari 2015 om de morele noodzaak van beëindiging van extreme armoede te bespreken

De verklaring, die als titel heeft ‘Een einde aan extreme armoede: een morele en spirituele verplichting’, werd deze week gelanceerd tijdens een teleconferentie waaraan Jim Young Kim, president van de Wereldbank en vertegenwoordigers van diverse religieuze groeperingen deelnamen, onder wie Bani Dugal die BIC (Bahá’í International Community) vertegenwoordigt bij de Verenigde Naties.

‘Een einde maken aan extreme armoede vereist een alomvattende aanpak die het probleem bij de wortel aanpakt, bij vermijdbare ziektes, een gebrek aan toegang tot kwaliteitsonderwijs, werkloosheid, corruptie, gewelddadige conflicten en discriminatie tegen vrouwen, etnische minderheden en andere groepen’, aldus de verklaring, die mede was opgesteld door vertegenwoordigers van diverse geloofsgemeenschappen: bahá’ís, boeddhisten, christenen, hindoes, joden, moslims en sikhs.

‘De aanpak zal ook oproepen tot verandering van gewoonten die armoede veroorzaken: hebzucht en hedonisme, gevoelloosheid voor de pijn van anderen, het uitbuiten van mensen en de natuurlijke omgeving’, aldus de verklaring. Bani Dugal zei dat de bahá’ís blij waren dat ze bij dit initiatief waren betrokken en dat ze de verklaring geheel onderschreef. ‘In het algemeen heeft geloof de capaciteit om te putten uit de diepste reservoirs van menselijke motivatie en om dientengevolge de collectieve wil vrij te maken en het bewustzijn van de mensen te verhogen op een wijze die de morele dimensie van armoede naar voren brengt’, zo zei zij. ‘Volgens de bahá’í-visie hebben mensen individueel een verantwoordelijkheid om de armen bij te staan, maar samenlevingen en hun instellingen zijn verantwoordelijk voor het creëren van voorwaarden waardoor armoede kan worden uitgeroeid’.

‘Pogingen om die verantwoordelijkheid op zich te nemen en het welzijn van allen te bevorderen zijn grotendeels geblokkeerd door het najagen van eigen belang en algehele verdeeldheid die jammer genoeg veel van het persoonlijk en institutioneel streven vandaag de dag karakteriseren’, zo vervolgde Bani Dugal. ‘Wat we nodig hebben is een nieuwe visie op de samenleving, waarin samenwerking de belangrijkste drijfveer is voor sociale en economische interactie en waar de erkenning van onze onderliggende eenheid en afhankelijkheid op ferme wijze hoog wordt gehouden’.

De verklaring was een uitvloeisel van een in februari dit jaar gehouden ontmoeting van religieuze leiders, vertegenwoordigers van op geloof gebaseerde organisaties en vertegenwoordigers van de Wereldbank. Deze ontmoeting was onderdeel van een algehele inspanning van de Wereldbank om uiterlijk in 2030 een eind te maken aan extreme armoede in de wereld.

In zijn uitnodiging aan religieuze vertegenwoordigers legde Wereldbank-directeur dr. Kim uit dat ‘het meest verstandige en beste plan’ om een einde te maken aan armoede ‘vermoedelijk stuk zal lopen tenzij we de morele verbeelding van de mensen weten aan te spreken’.

Meer dan dertig religieuze leiders en vertegenwoordigers van op geloof gebaseerde organisaties die deelnamen aan het proces dat leidde tot de verklaring over de morele plicht om een eind te maken aan extreme armoede, hebben hun steun toegezegd aan pogingen om een eind te maken aan die extreme armoede door middel van hun eigen programma’s en werkzaamheden, zo ze er nu al niet bij betrokken zijn.

Bani Dugal zei dat bahá’í-gemeenschappen wereldwijd ook zoeken naar wegen om bij te dragen aan de uitroeiing van armoede door op grassroots niveau in de samenleving capaciteit op te bouwen door middel van onderwijs en andere projecten, met als doel mensen op individueel niveau in staat te stellen voorvechters te worden van hun eigen vooruitgang en ontwikkeling.

‘Deze inspanningen, waar bahá’í-gemeenschappen in de hele wereld momenteel mee bezig zijn, moedigen iedereen aan ook hun sociale verantwoordelijkheden ten opzichte van anderen onder ogen te zien’, aldus Bani Dugal. ‘Op nationale en internationale niveaus zoeken we ook naar mogelijkheden om deel te nemen aan discoursen die de morele en spirituele dimensie van ontwikkeling en sociale vooruitgang benadrukken’.

Naast Bani Dugal namen aan de teleconferentie deel: de eerwaarde David Beckmann, president van Bread for the World; de eerwaarde Nicta Lubaale, secretaris-generaal van de Organization of African Instituted Churches; Ruth Messinger, president van de American Jewish World Service; Dr. Sayyid Syeed, nationaal hoofd van de Islamic Society of North America en de eerwaarde Jim Wallis, president van de Sojourners.

Bron: http://news.bahai.org/story/1049